8 juli 2014
‘Toen Kittel nog een kitten was, was hij aardig om te zien. Nu fietst hij alle dagen, wint alles bovendien’.
Ik ben er van overtuigd dat je het bovenste zinnetje stiekem neuriënd gelezen hebt. Ik hoor het graag, als het niet zo is. Het is namelijk zo, dat zelfs ik, toen ik het opschreef, steevast, een melodietje hoorde in mijn hoofd. En als je het terugleest, is het helemaal onmogelijk om niet even terug te grijpen naar je kindertijd.
Eigenlijk als je het over Marcel Kittel hebt en je wil daar muziek aan verbinden, dan hoor je alles behalve kinderliedjes, of het moet zijn omdat hij nog bij zijn ouders woonde tot zijn 26e. Sinds de documentaire ‘Nieuwe Helden’, een prachtig document overigens, hoort elke wielerliefhebber natuurlijk: ‘Du hast die haare schön’. Het Duitse overwinningslied van de Argos-Shimano ploeg na de overwinning van Marcel op de Champs Elysées vorig jaar. Maar Kittel is meer dan Duitse schlager. Kittel is rock. Hij is pop, funk, soul en blues. Hij is een combinatie van muziekstijlen. Een muziekstijl die wellicht nog niet bestaat. Kittel is, mede na de fantastische ritoverwinning in Londen gisteren, aan het uitgroeien tot een fenomeen. Een fenomeen waar we hopelijk nog jaren wat van horen en die een magneet zou kunnen zijn voor de sport. Talentvol, knappe kop, goedgebekt, charmant, gevaarlijk. Leuk voor de fanaten, de kenners en de meekijkers.
Maar niets belangrijker dan zijn team. De mensen er omheen. Wat die doen, is minstens zo fantastisch. Een hoofdrolspeler kas pas schitteren als zijn medespelers en ensemble hem ondersteunen. Een team is zo sterk als zijn zwakste schakel. Kleine rollen bestaan niet, alleen kleine acteurs.
Denk Giant-Shimano als populaire muziekformatie:
Kittel als frontman, Veelers als de solo-gitarist die het laatste akkoord speelt vlak voor de uithaal van Kittel, drummer Timmer die gedurende het nummer het ritme bepaalt, Koen de Kort op basgitaar als coole kikker en Curvers en Devenijs die elkaar afwisselen op toetsen. Dumoulin en Degenkolb zijn de backings die bij afwezigheid van Kittel, op de voorgrond mogen, maar vooralsnog onmisbaar zijn voor de samenklank. Cheng Ji is dan degene die de optreedlocatie vooraf bekijkt, de kleedkamer op orde maakt, het podium indeelt, de soundcheck leidt en bij aanvang van het optreden al huiswaarts keert. Onmisbaar dus eigenlijk. Zoals iedereen in zo’n formatie onmisbaar is.
De frontman pronkt op de voorpagina’s, doet zijn zegje in tv-shows, staat op de cover van de hitkrant en is een bekende wereldburger. De mannen op de achtergrond doen hun ding, doen dat goed, maar kunnen nog gewoon over straat. De Mick Jagger van The Stones, De Chris Martin van ColdPlay, de Xander van Volumia.
En als het zo door gaat met Marcel Kittel en het hele Giant-team dan zal er zeker geen ‘Emily, de kapster’ meer zijn die tijdens de Tour de France aan Kittel vraagt: ‘Wat doe je zoal nog meer behalve de Tour?’ (bron: Nieuwe Helden) Nee, dan is Emily een groupie, die meereist van concertlocatie tot concertlocatie, die hoopt om even na afloop backstage te kunnen komen voor een vluggertje in de bezemkast en daarbij overigens genoegen neemt met ‘anyone’ die maar bij de band hoort.
Tourmanager Kemna incluis.