GIANT IS POPMUZIEK

Santos Tour Down Under 2014 teampresemtation

8 juli 2014

‘Toen Kittel nog een kitten was, was hij aardig om te zien. Nu fietst hij alle dagen, wint alles bovendien’.

Ik ben er van overtuigd dat je het bovenste zinnetje stiekem neuriënd gelezen hebt. Ik hoor het graag, als het niet zo is. Het is namelijk zo, dat zelfs ik, toen ik het opschreef, steevast, een melodietje hoorde in mijn hoofd. En als je het terugleest, is het helemaal onmogelijk om niet even terug te grijpen naar je kindertijd.

Eigenlijk als je het over Marcel Kittel hebt en je wil daar muziek aan verbinden, dan hoor je alles behalve kinderliedjes, of het moet zijn omdat hij nog bij zijn ouders woonde tot zijn 26e. Sinds de documentaire ‘Nieuwe Helden’, een prachtig document overigens, hoort elke wielerliefhebber natuurlijk: ‘Du hast die haare schön’. Het Duitse overwinningslied van de Argos-Shimano ploeg na de overwinning van Marcel op de Champs Elysées vorig jaar. Maar Kittel is meer dan Duitse schlager. Kittel is rock. Hij is pop, funk, soul en blues. Hij is een combinatie van muziekstijlen. Een muziekstijl die wellicht nog niet bestaat. Kittel is, mede na de fantastische ritoverwinning in Londen gisteren, aan het uitgroeien tot een fenomeen. Een fenomeen waar we hopelijk nog jaren wat van horen en die een magneet zou kunnen zijn voor de sport. Talentvol, knappe kop, goedgebekt, charmant, gevaarlijk. Leuk voor de fanaten, de kenners en de meekijkers.

Maar niets belangrijker dan zijn team. De mensen er omheen. Wat die doen, is minstens zo fantastisch. Een hoofdrolspeler kas pas schitteren als zijn medespelers en ensemble hem ondersteunen. Een team is zo sterk als zijn zwakste schakel. Kleine rollen bestaan niet, alleen kleine acteurs.

Denk Giant-Shimano als populaire muziekformatie:

Kittel als frontman, Veelers als de solo-gitarist die het laatste akkoord speelt vlak voor de uithaal van Kittel, drummer Timmer die gedurende het nummer het ritme bepaalt, Koen de Kort op basgitaar als coole kikker en Curvers en Devenijs die elkaar afwisselen op toetsen. Dumoulin en Degenkolb zijn de backings die bij afwezigheid van Kittel, op de voorgrond mogen, maar vooralsnog onmisbaar zijn voor de samenklank. Cheng Ji is dan degene die de optreedlocatie vooraf bekijkt, de kleedkamer op orde maakt, het podium indeelt, de soundcheck leidt en bij aanvang van het optreden al huiswaarts keert. Onmisbaar dus eigenlijk. Zoals iedereen in zo’n formatie onmisbaar is.

De frontman pronkt op de voorpagina’s, doet zijn zegje in tv-shows, staat op de cover van de hitkrant en is een bekende wereldburger. De mannen op de achtergrond doen hun ding, doen dat goed, maar kunnen nog gewoon over straat. De Mick Jagger van The Stones, De Chris Martin van ColdPlay, de Xander van Volumia.

En als het zo door gaat met Marcel Kittel en het hele Giant-team dan zal er zeker geen ‘Emily, de kapster’ meer zijn die tijdens de Tour de France aan Kittel vraagt: ‘Wat doe je zoal nog meer behalve de Tour?’ (bron: Nieuwe Helden) Nee, dan is Emily een groupie, die meereist van concertlocatie tot concertlocatie, die hoopt om even na afloop backstage te kunnen komen voor een vluggertje in de bezemkast en daarbij overigens genoegen neemt met ‘anyone’ die maar bij de band hoort.

Tourmanager Kemna incluis.

VAN CAMBRIDGE TOT UTRECHT

7 juli 2014.

Miss Elizabeth Ryan. Geboren in 1963 in het prachtige Sheffield in de streek Yorkshire, Engeland. Een briljante leerling op school. Ze was nog pas zeventien toen ze mocht gaan studeren aan de University of Cambridge. De bekende universiteit waar ook Newton, Watson en Darwin, aan waren afgestudeerd. Ze studeerde Economics. In het tweede jaar ontmoette ze de knappe Sean. Sean Campbell was lid van de roeivereniging, slim en duidelijk een zakenman in spé. Ze werden verliefd. Uren konden ze praten over de toekomst, maakten plannen voor een eigen bedrijf en studeerden met hoge cijfers af. Ze trouwden in 1985 en zouden bewust kinderloos blijven. Carrière-types waren het. Met een zeer doordacht en uitgewerkt businessplan vestigden ze zich in de metropool Londen, kregen een kantorenpand gefinancierd niet ver van Piccadilly Circus en startten hun bedrijf: ‘Dynamic’. Een vooruitstrevend technisch concern dat computersoftware produceerde voor auto’s, treinen en vliegtuigen.

In 1989, als kersverse multimiljonairs, waren ze al graag geziene gasten op koninklijke feestjes, mochten ze Maggie zeggen tegen ex-premier Margaret Thatcher en tekenden ze samenwerkingsverbanden met alle grote transportmerken in de wereld.

Sean was, naast het roeien, inmiddels bezeten geraakt door wielrennen. Vier dagen per week reed hij op zijn wielrenfiets tochtjes door de buitenwijken van Londen en in de weekenden door het heuvelachtige landschap van Yorkshire. Elizabeth had er niks mee. Ze vond het maar gevaarlijk. Er waren geen speciale fietspaden of wegen waar auto’s rekening hielden met fietsers en ze was altijd als de dood dat Sean iets zou overkomen. Die afdalingen in Yorkshire reed hij soms wel 70km per uur.

Ondanks dat ze jarenlang een probleemloos bestaan leidden, merkten ze wel dat de winst van het bedrijf ieder jaar iets minder werd. Twee jaar na de millenniumwissel was hun eerste verliesjaar. Steeds meer bedrijven stortten zich op de technologie, de concurrentie nam toe, en sinds de komst van het internet moest ook Dynamic een nieuwe weg in slaan. Helaas. Dynamic liep achter de feiten aan. Er vielen ontslagen en het was vechten tegen de bierkaai. Gelukkig, eind 2008, kon het bedrijf worden gered en overgenomen door een Duitse multinational, maar Sean werd evengoed depressief door het falen en niet werken en kon enkel nog zijn ei kwijt in het fietsen. Het huwelijk stond onder grote spanning. Elizabeth bleef hopen op verbetering. Op 3 februari 2011 sloeg het noodlot toe. Sean werd, al fietsend door de buitenwijken van Londen, aangereden en overleed een paar dagen later aan zijn verwondingen. Elizabeth was ontroostbaar. Ze had helemaal niets meer.

Een aantal maanden na zijn dood, tijdens het opruimen van Sean zijn spullen, vond ze ineens een concept van een nieuw businessplan. Een boekwerk aan waardes, cijfers en tekeningen. Een ultra-effectief leenstelsel in tijden van crisis. Het was briljant. Het klopte aan alle kanten. Hier had hij misschien wel jaren aan gewerkt zonder dat zij het wist.

Maandenlang werkte zij het idee verder uit, investeerde bijna alles wat ze had en 1 december 2012 lanceerde ze onder de naam ‘Campbell-Credit’ het nieuwe bedrijf. Anderhalf jaar lang deed ze er alles aan om het bedrijf op de kaart te zetten en dat lukte ook. Ze had een miljoenenomzet in Engeland en het werd tijd dat de wereld het buiten Engeland zou gaan omarmen. Maar hoe?

Op 6 Juli 2014, onderweg naar het huis van haar ouders, werd ze plotseling tegen gehouden door agenten. Ze mocht er niet door, er was een wielerwedstrijd. Ze besloot dan maar te gaan kijken. Wat een mensenmassa stond daar zeg. Er reed eerst een reclamekaravaan langs en duizenden mensen schreeuwden de longen uit hun lijf. Ze hoorde helikopters, er kwamen motoren en toen de renners, gevolgd door nog eens tientallen auto’s en motoren. Ze gilde maar mee en klapte haar handen rood. Ze bedacht zich dat dit een weg is die Sean heel vaak gereden moest hebben. Ze vond het machtig mooi. Wat een enthousiasme. ’s Avonds voor de buis zag ze op TV pas echt hoeveel mensen er langs de kant van de weg hadden gestaan. Meer dan drie miljoen. Ze hoorde hoeveel honderden miljoenen mensen het in de hele wereld op tv volgden. Het fascineerde haar. De volgende ochtend in de krant las ze een interview met een Nederlandse wielrenner die einde contract was en op zoek moest naar een nieuwe ploeg. De ploeg was haar sponsor kwijt geraakt en als ze niet opschoten dan haakte ook nog de co-sponsor af….

4 Juli 2015: Hij staat op het schavot. Er wordt afgeteld. De eerste renner die in een oranje Campbell-Credit- shirt aan de start staat van de Tour de France. Maarten Wijnants. Elizabeth straalt weer. Ze heeft alle passies van Sean kunnen samenvoegen in dit project. Hij zou trots op haar zijn geweest.

Ik hoop zeer van harte en met alles wat ik in me heb, dat de massa aan toeschouwers in Engeland en de miljoenen mensen die straks nog in Frankrijk langs de kant staan, naast alle tv-aandacht en tv-kijkers, er voor zullen zorgen dat er ergens een Elizabeth is die het nut ziet van het sponsoren van een wielerploeg en dat we volgend jaar onze sterren van de huidige Belkin-ploeg en Giant-ploeg aan de start zullen zien staan in Utrecht.

ORANJEGEVOEL ‘ORANGECYCLING’

20  Juni 2014

Het zou Johan Derksen sieren als hij, in zijn Roy Donders juichpak, met zijn vrouw in het strakke Oranje Bavaria-jurkje aan zijn zijde, de toiletverzorger wil zijn op de boot die woensdag 16 Juli door de Amsterdamse grachten vaart. En hij mag geen oordoppen in, als Louis door de megafoon schreeuwt; ‘WIJ ZIJN DE BESTE’. OK, zo ver is het nog lang niet, maar na het onverwachte snelle behalen van de achtste finales begint het hele land toch aardig oranje te kleuren en te geloven dat een verrassing aanstaande is.

Heel even, tijdens elke wedstrijd van oranje, bijna twee uur lang, denkt en voelt heel Nederland hetzelfde. We zijn eensgezind, zingen allen luidkeels het Wilhelmus mee, eisen dezelfde beslissingen van de scheidsrechter en schreeuwen we Van Persie richting dat doel. Magisch. We veranderen allemaal in één kleur. Oranje!

Het maakt niet uit of je naast Volkert woont, wat je geaardheid is of van welk land je afkomstig bent. Sport verbroedert en maakt ons saamhorig. En is het niet tijdens de olympische Spelen, dan is het wel bij het WK Hockey of tijdens de Tour de France. Oranje is van ons. Wat de Basken ook willen, of waarin de Ivorianen ook voetballen, Oranje is van ons. De Leeuw brult nooit alleen!

Drie van mijn wielerhelden vinden dat ook. Van Poppel, Boogerd en Breukink slaan de handen ineen om een nieuw wielerproject te starten in Nederland. Orange Cycling. 15 etappezeges in de Tour gebundeld in één idee, één team. Overigens samen met de bedenker, de man van Neerlands bekendste ex-renster, Michael Zijlaard.

Nee, denken ze! ‘Geen Duitsers die etappezeges behalen voor een Nederlands team, geen Giro-overwinning van een Rus die rijdt voor de oranje brigade en geen Spaanse wereldkampioen die toevallig rijdt voor de grootste Hollandse ploeg’. Nee, Een ORANJE-team. Mannen van eigen bodem, talenten die zich in eigen land ontwikkelen en samen, eerst binnen de eigen grenzen en daarna tot ver daarover, de harten stelen van wielerfans. Winnen voor je land. Winnen in je eigen kleur. Toegegeven, ook ik wil liever dat Kittel wint in plaats van Cavendish, maar ik vind het vreselijk om te zien dat Veelers zich er voor moet opofferen. En bij Orange Cycling is dat verleden tijd. Is het WK in september/oktober niet altijd extreem leuk om te kijken, omdat je weet voor wie je moet zijn en je de oranje mannen altijd herkent? Dé wedstrijd van het wielerjaar die verbroedert.

Mijn hart gaat sneller kloppen van dit soort ideeën. Oranje mannen met een missie. Een missie voor de toekomst. Een doel waar heel Nederland achter zou moeten staan. Ze moeten niet hoeven leuren, maar bedrijven zouden moeten smeken om ze te mogen sponsoren. Zo’n team gaat de natie raken, gaat aandacht trekken en zorgt er straks voor dat heel Nederland weer aan de buis gekluisterd zit. Ben je nu nog klein? Straks is je merk een wereldhit. Want ook in Australië en Japan weten ze dat Oranje bij Nederland hoort. Roompot vakanties heeft al interesse. Een goed begin. Al denk ik dat ze zich in het buitenland dan wel weer zullen afvragen wat ‘kamerwiet’ is.

Helaas moeten de World Tour-ploegen die op een Nederlandse licentie rijden, Belkin en Giant, ook op zoek naar een nieuwe sponsor. Een sponsor die de miljoenen contracten van Kittel, Degenkolb, Vanmarcke en Barguil kan betalen. Orange Cycling wil groeien, maar heeft nu nog niet de miljoenen nodig om Mollema, Kelderman en Dumoulin binnen te halen. Met passie en hard werken zullen hun oranje renners zich proberen te ontwikkelen om over een paar jaar hun miljoenen meer dan waard te zullen zijn. Ik gun Belkin en Giant een wereldsponsor en dit keer niet een Amerikaan die zich niet aan de afspraken houdt of een fietsfabrikant die op het laatste moment zich terugtrekt. Maar nog meer gun ik de ‘15 etappezeges’ het slagen van hun wereldidee. Een idee om ons land te kleuren. Ons onder te dompelen in de mooiste kleur, die er is. Die van Robben, die van Willem en die van Roy Donders.

En heel misschien, heel misschien, over een jaar of vijf, ben ik de toiletman op de boot die eind Juli door de Amsterdamse grachten vaart, met een nieuwe Hollandse ‘Orange’ Tourwinnaar en met coach Michael Boogerd schreeuwend op het dek: ‘WIJ ZIJN DE BESTE!!’

‘En daar heb ik dan geen €10,- voor hoeven te betalen, Richard Plugge’.

GENERATIE 2010

16 Maart 2014.

Ik ben best een positief ingesteld mens, dat  vaak streeft naar datgene wat wel kan en niet probeert vast te houden aan iets dat niet kan. Niet zeggende dat je niet mag proberen. Wie niet waagt….. Al ruim vijftien jaar van  ‘hoop doet leven’,  valt het lid wat nationale wielerprestaties betreft hard op de neus.

Na de vijfde plaats van Boogerd in 1998 hadden we een nieuwe Tourwinnaar in huis. Na Weenings ontdekte talent, wist Bert Wagendorp het zeker en stond 2008 met dikgedrukte letters in de agenda als de Tour van Pieter. Ik was het volledig met hem eens. Na Gesinks ronde-debuut wisten we zeker dat het een podium-veelvraat zou worden en na het extreem goede voorjaar in 2008 van Maaskant hadden we een nieuwe Hollandse Flandrien. Toen Boom het veld ruimde voor de weg, stond zijn naam al in de kei van Roubaix gegraveerd en zelfs Rob Ruijgh zou wel even een grote ronderenner worden na een weekje goed fietsen in de Tour. Ok, heel gechargeerd neergezet, en echt niet alles was kommer en kwel, integendeel zelfs, maar van alle hoge verwachtingen is tot nu toe niet veel terecht gekomen. Een grote klassieker winnen, blijkt al 10 jaar niet mogelijk en een Touretappe al 9 jaar een utopie. Zelfs op het Eurovisiesongfestival is vorig jaar de vloek doorbroken van mislukkingen, het is echt tijd voor een wederopstanding.

Het is Maart 2014 en we doen precies weer waar we goed in zijn. Het Hollandse hoop doet leven. En dus zal na een week Parijs-Nice, de generatie 2010 ons weer op de kaart gaan zetten. Drie etappeoverwinningen in deze rittenkoers. Al 34 jaar niet meer gebeurd. Hofland 1x en Slagter 2x. Samen met Wilco Kelderman, de generatie 2010 genoemd, omdat ze dat jaar samen bij de opleidingsploeg van de Rabobank kwamen en door Piet Kuijs werden klaargestoomd voor de profs.

In 2013 braken ze samen door. Rondewinst in Down Under voor Slagter, in Denemarken voor Kelderman en in Hainan voor Hofland. Maarten Ducrot weet het zeker: dit gaan ze worden. Ik houd me alleen niet vast aan wat commentator en oud-wielrenner Ducrot verkondigt. De man die m.i. jaar na jaar zich niet verdiept in de vooruitgang en het nieuwe wielrennen verkondigt door oortjes te willen afschaffen en door ploegleiders mafkezen te noemen.

Waarbij de Tirreno-Adriatico vroeger het sprintersbal was en Parijs-Nice één van de grootste kleine rondes die er in een wielerjaar te vinden was, is dat anno 2014 niet meer het geval. De top10 van de Tirreno misstaat niet in de einduitslag van de Tour of de Vuelta, terwijl de ‘rit naar de zon’ een trainingsritje is geworden. Niet voor iedereen, maar als zelfs de eindwinnaar van 2013 op het laatste moment voor de Italiaanse versie kiest, zegt dat genoeg.

De generatie 2010 gaat het dus maken. Je wordt in Nederland alleen niet onthouden als je niet minstens een keer de Amstel of een Tour-etappe hebt gewonnen. En liefst twee of drie keer. Parijs-Nice goed rijden, is niet voldoende. Als Kelderman en Slagter dan ook nog samen ‘wieltje haken’ spelen en kansloos zijn voor de eindoverwinning, is de glans van zo’n etappe-reeks snel verdwenen. Zeker in het zure Nederland dat ware helden nooit op handen zal dragen, maar altijd verlangt naar de ‘hij is zo gewoon gebleven’ variant.

Ik ben niet pessimistisch, nooit geweest, en ik feliciteer onze jongens dan ook graag met een enorme goede week, maar als ik nou eens een keer mededeel dat het misschien niet gebeurt, gaan we dit en volgend jaar wellicht wel mooie dingen zien van deze generatie 2010. Ik zal de eerste zijn, die mijn excuses aanbiedt aan Maarten Ducrot.

MIJN WIELER-VOORSPELLING 2014

31 december 2013.

Voorspellen is eigenlijk heel simpel. Je zegt wat je denkt. Als het klopt, kan je zeggen: “Zie je, ik zei het toch” en als het niet klopt, houd je je mond. Niemand die het meer weet. Ik durf dus vrij en zonder gevaar voor eigen leven een poging te wagen om mijn ideeën voor de wielersport te uiten. 2014, het jaar van de constante factor, de bevestiging en de groter wordende hoop voor de toekomst.

Brian Cookson, de nieuwe voorzitter van de UCI, heeft een belangrijke taak. Het verruimen van de geloofwaardigheid. De wielersport is schoner dan pakweg zes jaar geleden (zo zegt mijn hart) en er moet niet aan elke overwinning een luchtje zitten. Ik voorspel dat 2014 een jaar wordt met veel minder dopingperikelen. Het is uitgesloten dat er geen enkel geval bekend wordt, maar ik voorzie geen jaar met ‘grote’ gepakten.

Ik weet zeker dat België revanche wil nemen op een tamelijk onzichtbaar jaar. Boonen, Gilbert en Vanden Broeck zouden het moeten doen, met van Avermaet, Roelandts en Vanmarcke in het kielzog. Ik zie België eerder revanche nemen op het WK Voetbal, met een kwartfinaleplaats, dan in het wielrennen. Het wordt wederom zo’n jaar. Helaas voor onze zuiderburen.

Dan hebben we de constante factoren: Froome wint gewoon de Tour. Punt. Geen discussie. Ik wil het er niet meer over hebben. ‘Saganjaar’. Dat staat straks, eind Oktober 2014, groot op de voorpagina van de Wielerrevue. Tony Martin wint minimaal acht tijdritten en Rojas eindigt, in welke ronde hij ook start, steevast een paar etappes op de plaatsen 3-8.

Wie gaat er bevestigen? Wordt dat het gehele Colombiaanse leger? Ja! Ze winnen een grote ronde en Quintana, Uran, Henao, Betancur, Atapuma en Duarte, ze laten zich zien. En let op Esteban Chaves. Kan zomaar zijn doorbraakjaar worden. De Oost-Europeanen gaan ook meer scoren. De sterke Polen, Majka en Kwiatkowski, eindigen beiden Top5 in een grote ronde, De Sloveen Mezgec gaat ritten winnen dit jaar en wordt met zijn landgenoot Mohoric een vaste waarde de komende jaren en ik ga een voorzichtige gok doen: Estland! En Niki Terpstra gaat nu echt een grote wedstrijd winnen. Klassieker of Ronde-etappe. Het maakt mij niet uit. Als hij het maar doet.

In Nederland wordt de hoop op een Tourzege dit jaar weer groter. En niet Gesink of Mollema gaat het doen, maar Wilco Kelderman. Als hij de Giro rijdt, wordt hij zesde. Als hij de Vuelta rijdt, wordt hij achtste. Een jongen die ook kan tijdrijden. Dat wordt hem! Utrecht 2015! Dan is hij er klaar voor. Daarnaast gaat Tom Dumoulin zijn talent loslaten en zijn neus aan het venster steken van de ultieme doorbraak. Samen met de Italiaan Ulissi, de Fransen Barguil, Bardet, Bouhanni en Demare en de Australier Durbridge wordt hij de doorbraak van 2014.

Lukt alles dan? Nee. Nibali wint dit jaar geen grote ronde, Wereldkampioen Rui Costa kan zijn super seizoen geen gevolg geven en Kittel wordt komend jaar gewoon weer weggevaagd door Cavendish. De Vuelta wordt gewoon weer gewonnen door iemand die niet de vader kan zijn van de nummer  7 en Valverde heeft ook zijn tijd wel gehad. Geen aansprekende overwinningen, voorspel ik.

Ik wil eindigen met de hoop dat Nederland zijn vijfde plek in het landenklassement kan behouden of verbeteren en dat het lukt om aan het eind van 2014 een balans op te kunnen maken met alles waar ik geen gelijk in heb gekregen. Als daar dan staat dat Bauke Mollema de Tour gewonnen heeft, Terpstra niet één, maar twee grote wedstrijden heeft gewonnen en Sagan drie keer verslagen is door Johnny Hoogerland, zal ik met heel veel liefde mijn onkunde toegeven. Ik wens u allen een sportief, succesvol, maar bovenal gezond en gedoe-vrij 2014!

CLENBUTEROL, TOYBOY VAN DE UCI

21 DECEMBER 2013.

De UCI heeft sinds de jaren ‘90 een langlopend en goed huwelijk met EPO. Ergens in een idyllisch bergdorpje in de Alpen in een prachtig authentiek Frans hotelletje werden ze aan elkaar voorgesteld. Geïnitieerd door een aantal artsen en ploegleiders uit de wielersport. Er was direct een wederzijdse klik. Liefde op het eerste gezicht. ‘Wij gaan zo van elkaar genieten’ klonk het, voordat ze ieder weer hun eigen weg gingen. Uiteindelijk gingen ze trouwen. De jaren die volgden waren jaren van weelde, van ultiem geluk en financieel succes.

De wielersport zit in de lift. Records worden gebroken, wedstrijden worden steeds spannender, wielrenners worden op handen gedragen en de UCI staat als een huis. EPO maakt de UCI zó gelukkig. Natuurlijk zijn er buitenstaanders die er op azen om een goed huwelijk kapot te maken, maar zolang je weet waar je het voordoet, kom je er altijd weer bovenop. Dan.. In 1998 is er ineens crisis als EPO gevonden wordt in de auto’s en hotels van anderen. Shit, dat was niet de bedoeling! Nu moet de UCI ineens het hele huwelijk gaan ontkennen. Ze doen er alles aan om het nietig te laten verklaren, ze ontkennen elke vorm van intimiteit en proberen zelfs anderen te betichten van vreemdgaan en ondergrondse seksuele praktijken. Daarentegen, EPO doet er alles aan om het huwelijk te redden. Tenslotte zit ze sinds hun trouwen er financieel warmpjes bij en contractueel moet je maar hopen op alimentatie als een scheiding wordt doorgezet.

De UCI praat en praat en praat. Jarenlang wordt er gepraat. De pers ligt op de loer, ze fotograferen er op los en de schandalen stapelen zich op. Het lukt nog heel lang om vrijende voorbijgangers af te kopen, twee jaar even buiten beeld te houden om ze daarna weer in genade aan te nemen. Moet de UCI dan aan de buitenwereld vertellen dat er eigenlijk sprake is van een open huwelijk? Dat zou het imago alleen maar schade berokkenen.  Elke beschuldiging wordt in de kiem gesmoord. Na een paar jaar besluiten EPO en UCI om de touwtjes iets te laten vieren. De UCI wil nu ook wel eens meer proeven. Tenslotte heeft de UCI ook niet de ogen in de zak en is de schoonheid van Dynepo en HGH niet te versmaden. Die bieden zich op een presenteerblaadje aan. De UCI weet dat als er meerdere huwelijken worden gesloten, het alleen maar beter kan gaan. Bigamie is niet verboden in onze virtuele wereld. EPO gaat uiteindelijk schoorvoetend akkoord. De maandelijkse toelage wordt behoorlijk gekort, want nu moeten meerderen van hetzelfde salaris leven. Balen! Er wordt alleen één hele duidelijke afspraak gemaakt. Alles open en duidelijk. Hoeveel mag er wel. Gaan we tot onder de gordel of houden we onze handjes boven de dekens. EPO moet weten waar die aan toe is. De UCI tekent ervoor. Wat wil je nog meer?

Als je eenmaal macht hebt, wil je altijd meer. En dan houden geliefden zich niet aan afspraken. Op een avond dat EPO niet thuis was, stond Clenbuterol ineens voor de deur.  En dat is een verboden vrucht en een stap te ver. Want ja.. daar is niks duidelijks aan.  En een makkelijke prooi. Een beetje Clennie is op elke hoek van de straat, in elke snackbar, kroeg of restaurant te paaien. En is Clennie wel betrouwbaar? Die reist van Frankrijk tot aan China. Je kan de vrijage met Clenbuterol ook altijd ontkennen. “Het gebeurde zonder dat je het wist”. De UCI gaat er toch voor. EPO wordt ingefluisterd en is heel duidelijk. Toyboy Clenbuterol mag niet. Zelfs niet een heel klein beetje. De UCI vindt het belachelijk, maar kan niks beginnen. Scheiden van EPO gaat heel erg ver, maar een aanpassing in de Huwelijkse Voorwaarden moet kunnen. Een toyboy moet kunnen! Tot die tijd moet je niet gesnapt worden. Ook niet met een heel klein beetje.

Oh ja…. En de buitenwereld mag er niet achter komen. Maar laat dat nou een specialiteit zijn van de UCI…

WIELERLAND UTOPIA

12 OKTOBER 2013.

In de maand van Parijs-Tours, het stoppen van Team Vacansoleil, de oplaaiende onzin over Zwarte Pieten-racisme, de verplichte zes miljard overheidsbezuinigingen en de bekoelde liefdesrelatie tussen Nederland en Rusland, maakt mediamagnaat John de Mol bekend per 1 Januari met een nieuw, spraakmakend Tv-programma te komen op SBS: Utopia. Vijftien mensen gaan bouwen aan een nieuwe, ‘onrealistische’ wereld. Wij moeten dat een heel jaar lang gaan volgen om waarschijnlijk aan het eind tot de conclusie te komen dat Utopia niet bestaat. Heel gedurfd en gewaagd. Ik probeerde mezelf de afgelopen week ook in een Utopia te plaatsen en ben inmiddels van mijn nieuwe wereld gaan houden.

“ Bernard Hinault, de eeuwige tweede. Mijn vader zei het vaak toen ik klein was. Natuurlijk was het leuk dat Joop Zoetemelk vijf keer de Tour won, maar het werd op gegeven moment wel schrijnend voor Meneer ‘De Das’.

Als puber stond ik in Amsterdam bij het dernycriterium van de RAI altijd langs de kant van de weg iedereen luidkeels aan te moedigen. Zeker in 1999, het jaar dat de wereldkampioen meereed. Ik schreeuwde in het najaar van 1998 voor de TV die Hagenees naar voren. ‘GAAN’!’GAAN’! Hij moest niet wachten op Camenzind. Die had duidelijk een afloper. Glorieus en breed lachend kwam hij over die finish. Eindelijk na dertien jaar hadden we weer een Nederlandse wereldkampioen. Boogerd was de held van de natie en fungeerde samen met Erik Dekker als de hoop in bange wielerdagen.

In de jaren die volgden, maakten de renners in het peloton er een ware strijd van in de Grote Rondes. Lance Armstrong mocht dan wel oppermachtig zijn, maar iedereen gunde hem dat ook. Hij was de beste en alles op eigen kracht. In Januari 2008 kwam er eindelijk een einde aan alle speculaties over de Texaan. Hij kondigde aan één keer een interview te doen, bij Oprah. En al na de eerste vraag wist je het:  Sheryl Crow bleek een dekmantel. ‘Yes, I do have a sexual relationship with Ricky Martin’. Tegelijkertijd kondigde hij zijn terugkeer aan. Het jaar dat volgde werd hij toegejuicht en toegezongen. Hij was populairder dan ooit. Eindelijk die grote sporter die durfde op te staan en uit de kast te komen. De regenboogtrui droeg sindsdien ook geen vloek meer met zich mee. Het is nu een eer om te dragen.

Na de atletiek, het worstelen en het honkbal is wielrennen de vierde sport waarin tussen de jaren 1995-2013 geen enkele dopingcontrole positief was . De where-abouts, het bloedpaspoort en de hernieuwde controles blijken vruchten af te werpen en de sport is uitgegroeid tot de mondiale nummer één. Een groter bewijs van mondialisering  dan de eerste Syrische Tour de France winnaar, Chris Al-Froomy, is er niet. Chris was dit jaar oppermachtig in la Grande Boucle. Getraind door  mijn held, de legendarische Marco Pantani, die na een turbulent verleden nu trainer is en levendiger is dan ooit tevoren, straalde de eerste Arabische Tourwinnaar op de Champs Elysées. Geflankeerd door Marianne Vos die tegelijkertijd de Tour Feminin voor de vierde keer op rij op haar naam schreef. Een wedstrijd die groeiende is, maar qua kijkcijfers en persaandacht, niets te klagen heeft. In het liefdevolle Syrië werd Al-Froomy onthaald alsof hij de nieuwe president was.

De Nederlandse regering kondigt aan dat er geen bezuinigingen meer nodig zijn, Zwarte Piet is geliefd bij zeventien miljoen Nederlanders, Vacansoleil contracteert Alberto Contador en Niki Terpstra voor de komende twee seizoenen, het podium van Parijs-Tours is volledig oranje gekleurd en de Russische diplomaat die zijn kinderen mishandelt zit gelukkig vast. “

Als ik straks wakker word, is zelfs het succes van John de Mol een utopie.

OP LEEFTIJD IN SPANJE

30 Augustus 2013.

Kijkend naar de Top 5 van het Algemeen Klassement in de Vuelta, tot aan vandaag, overvalt mij een weemoedig gevoel. Een drang naar terug, naar toen. Merendeel renners die in de tijd geboren zijn van de eerste Atari, de wereldhits van de Dolly Dots en die John Lennon nog gezien hebben tijdens live interviews. Horner, Zubeldia en zelfs Valverde weten nog hoe het is om te Game-Boyen en brieven te schrijven. Is de Vuelta gemaakt voor de bijna gepensioneerde senioren of houdt de jeugd, waar ik Nibali ook onder schat, het toch langer vol en gaan die toch met de winst aan de haal?

Ik vind het machtig mooi. Chris Horner, die op zijn 41e een bijna volledig jeugdig peloton het nakijken geeft en een etappe wint na een lastige aankomst heuvel op. Heel even dacht ik dat we naar vrouwenwielrennen keken en de ‘bitch’ Jeannie Longo nog mee streed. Die, door menig wielrenster gehate Française, snelde immers op haar 52e nog naar de nationale titel tijdrijden in Frankrijk en behaalde op 49jarige leeftijd nog bijna eremetaal bij de Olympische Spelen in Peking. Marianne Vos zou technisch gezien haar kleindochter kunnen zijn.

De drie senioren in de Top5 hebben gefietst in een tijd, die we eigenlijk snel weer zouden moeten vergeten. Vele overwinningen waren ‘gestolen’, zijn uit de boeken verdwenen en iedereen lijkt het erover eens dat ‘collectief bekennen’ als enige nog de sportieve waarde van die tijd omhoog zou kunnen houden. Zubeldia won namelijk in 2003 de Tour de France. Alleen weet niemand dat. Waarom niet? Omdat, als je de betrapte of besmeurde renners uit het klassement weghaalt, Zubeldia als onbezoedeld blad overblijft en hij dus die overwinning zou mogen opeisen. Maar dat is niet eerlijk.

En ik wil die tijd niet vergeten. Ik hunker er soms naar terug. Hoe kan ik vergeten dat ik genoten heb van de strijd die Casero en Sevilla leverden in de Vuelta van 2001, de alleenheerschappij van Zulle midden 90’s of de fantastische bergetappes van Jimenez? De Vuelta heeft een speciaal plekje in mijn hart en dat stamt uit de tijd die ik dan zou moeten vergeten? Horner is een klasbak, weliswaar bijna opa, maar een enorme klasbak. Zubeldia lijkt misschien versleten, maar volgt nog steeds als een Zoetemelk in zijn goede dagen en Valverde is terug van weggeweest en bewijst ook zonder Dr. Fuentes attractief en goed te kunnen fietsen.

Toen ik verslaafd raakte aan de wielersport, droegen we nog roze beenwarmers en oefenden we op school Electric Boogie. En voor de jonge lezers: dat is niet Michael Boogerd op een elektrische fiets. Natuurlijk vind ik het volkomen terecht dat straks Nibali in Madrid in het rood rondrijdt en zijn tweede Grote Ronde wint dit jaar of als Majka, Kreuziger of Uran hem op dat podium vergezellen, omdat de jeugd nu eenmaal de toekomst heeft. Natuurlijk blijft het een heerlijke sport, een heerlijke ronde en zal mijn verslaving wel eeuwig duren, maar het is toch fantastisch dat de ‘oudjes’ nog meedoen. Voor mij een extra reden om te blijven kijken. Met heimwee. Zijn sommigen niet te vroeg gestopt?

“- Boogerd, Zülle en Escartin in de kopgroep. Vlak daarachter proberen Jalabert en Mauri het gat te dichten. Als ze niet oppassen, komt het eerste peloton weer bijeen en wordt het een sprint voor Svorada en Minali. Trouwens de jonge Vinokourov schijnt een goeie te zijn -“

Wat was het mooi!

VACANSOLEEG

10 Augustus 2013

Carlos Slim, een van de allerrijkste mannen ter wereld, heeft een bod gedaan op KPN. Ons nationale telefoonnetwerk, dat al tijden macht verliest door alle overige aanbieders, in handen van een multinational. Een miljardair. KPN wordt dan de Chelsea en de Paris Saint Germain onder de telefoonaanbieders. Slim is de Oleg Tinkov in het belverkeer. In de zakenwereld zijn overnames goed voor de beurs. De AEX heeft al vijf jaar niet zo hoog gesloten. Nu in het wielrennen nog.

Een paar jaar geleden arriveerde er een nieuwe Nederlandse ploeg in het wielerpeloton. Sinds 2009 prijkt daar de sponsor Vacansoleil op de shirts. Al direct kwam er aandacht. Het was een vrijbuiterscollectief en in menig grote wedstrijd werd er driftig aangevallen en sporadisch succes geboekt. De sponsornaam sprak tot de verbeelding en het legde ze geen windeieren. De campingaanbieder was marktleider in het aanbod van Europese campingvakanties. Eén minuut in beeld gereden, bleek al gauw weer goed voor een boeking, door een doorsnee gezin, die een nieuwe stacaravan wilde huren, ergens in de Italiaanse Apennijnen. Daar waar iedereen medelijden had met Hoogerland, tijdens de bekende prikkeldraadval in de Tour van 2011, werd de champagne opengetrokken in de directiekamer van Vacansoleil. De telefoon stond roodgloeiend en de internetboekingen stroomden binnen. 2012 was een topjaar. Thomas de Gendt presteerde iets onmogelijks door derde te worden in de Giro, Marcato won een echte klassieker en de aandacht voor de dopingrel rond de aangekochte Mosquera handelde de ploeg zo netjes af dat enkel respect hun ten deel viel. Campings zijn weer in. Iedereen wil in deze tijd weer de tent in. En toch..

Na het beste jaar van de ploeg en de blijkbaar behaalde doelstellingen van de hoofdsponsor stoppen ze ermee. 2013 is het laatste jaar. Daar waar menig ploeg snel een nieuwe sponsor kan vinden of althans doet voorkomen of het enigszins gemakkelijk gaat, is het teammanager Daan Luijkx nog niet gelukt. Geen enkele Russische of Arabische staal- of oliemagnaat is blijkbaar geïnteresseerd om dit stelletje fietsende mannen te voorzien van een merk. Geen enkel nationaal trots exportproduct durft de stap te maken. Wat kost het nou?  7-10 miljoen euro per jaar. En hoe langer je nu nog wacht, hoe minder je investering gaat opbrengen. Alle toppers gaan weg. Al die mannen gaan echt niet wachten totdat Slim komt vertellen dat hij met KPN de ploeg wil sponsoren. Westra en Boeckmans zijn al vertrokken en Poels, de van Poppels, Marcato en Flecha hebben al in potlood een contract getekend bij een andere WorldTour-ploeg. Ik geef ze geen ongelijk. Als je opschiet, is er nog genoeg in huis en valt er ook nog genoeg te kopen. Kwaliteit verzekerd. Een garantie dat je naam in beeld komt en dat je aandacht krijgt. Je aandelen stijgen, je verkoop verdubbelt en je succes wordt alleen maar groter. Het is ook nog eens aftrekbaar. Je hebt geen advertentiecampagnes meer nodig, je hoeft het land niet te bevuilen met huis-aan-huis-folders, er hoeven geen supersterren uit Amerika te worden aangetrokken voor een abri-rondje door het land en je hoeft geen tonnen meer uit te geven aan TV-commercials, die als je pech hebt enkel worden uitgezonden tijdens Astro-TV. Een jaar lang in beeld, op TV, in de krant en in de aandacht. In een sport die alles heeft. Win je, is het reclame, verlies je, is het nieuws.

Als je Slim bent, moet je snel zijn.

MIJN BEKENTENIS 1998

29 juli 2013

Na afgelopen week de onthullingen gelezen te hebben van de Franse Senaatscommissie over de Tour van 1998 wordt het tijd om mijn eigen onthulling te doen. Vijftien jaar lang draag ik al een geheim met me mee. Maar na lang wikken en wegen, is het zover. Ik kan de druk van buitenaf niet meer aan.

Het is 28 Juli 1998.

De Tour de France. 16e etappe. Een paar dagen eerder al waren de ploegleider, verzorger en ploegarts van TVM opgepakt op verdenking van collectief dopinggebruik. De gehele Festina-equipe was al uit de Tour gezet wegens dopingverdenking, maar de ronde ging verder. Strijd en spanning. ’s Morgens was de start van de etappe in Vizille. De dag ervoor had Marco Pantani de Tour naar zich toegetrokken door in noodweer op les Deux Alpes Jan Ullrich op grote achterstand te zetten. De befaamde hongerklop werd de Duitser fataal. Te weinig ingenomen. Toch deed dat de prestatie van Pantani te kort. Tenslotte bleek later dat er bij De Piraat weer teveel werd ingenomen. Niet enkel de pasta van de dag. Bij de start was het me al gelukt om tientallen handtekeningen te verzamelen en die te vereeuwigen op een, net gekocht, officieel wit Tour T-shirt. Boogerd, Den Bakker, Blijlevens, Voskamp, Steels, Julich, Nardello ze stonden er allemaal op. Trots als ik was en met het vol gekladderde T-shirt aan, gingen we op weg. We zouden deze etappe niet, net als de etappe ervoor, bij de aankomst staan, maar halverwege. Op de Col Du Grand Cucheron. Ik ben een freak. Ik wil alles hebben. Petjes, reclamefolders, sleutelhangers, stickers, vlaggen, alles. Mijn focus was daar ook erg op gericht die dag.

Het geluid van de motoren en helikopters werd sterker en daar kwamen de eerste renners. Heulot op kop en niet ver daarachter het peloton. Het ging gelukkig niet al te hard. Toen gebeurde het. Ik zag het. Een TVM-renner keek snel om zich heen. Niemand die het zag. Hij pakte zijn bidon, nam snel een grote slok, deed hem weer dicht, keek nog een keer vluchtig of er niemand op hem lette en gooide de nog halfvolle bidon zeer hoog en hard richting een ravijn. ‘Zo die is weg’, dacht hij. Voor eeuwig verdwenen. Opgegaan in de natuur. Bewijs vernietigd. Ik kneep eerst nog een paar keer goed met mijn ogen en toen zag ik zijn rugnummer. Ik kende alle rugnummers uit mijn hoofd en wist dus direct met wie ik van doen had. Het leek of niemand anders er aandacht voor had. Maar ik vertrouwde het niet. Terwijl de rest van mijn familie de renners hard aanmoedigde en in hun handen klapte van enthousiasme, was er gelukkig even geen aandacht voor mij. Ik schoot richting het ravijn en zag daar de bewuste bidon liggen. De val was gebroken door een aantal takken van een dorre struik. Het was niet diep. Ik keek weer even om, iedereen was nog met de langsrijdende renners bezig. Ik kroop voorzichtig naar beneden, voelde hoe een scherpe tak een wond veroorzaakte bij mijn linker kuit, maar ik bleef gefocust en greep de bidon. Ik stopte het onder mijn witte handtekeningen T-shirt en snelde weer terug naar de familie. Ik was niet gemist.

Nadat de bezemwagen eenmaal langs was gekomen, liepen we de berg weer af. Stevig hield ik de bidon vast. Ik ontweek alle vragen. We reden terug naar Nederland en onderweg hoorden we dat de TVM-renners die volgende nacht in Albertville van hun bed waren gelicht en ondervraagd waren door de Franse politie. Al hun bezittingen werden doorzocht op verboden middelen. Niks gevonden. Verzorger Jan Moors werd wel opgepakt. Een paar dagen later stapte de hele ploeg uit de Tour. Ze konden niet meer. Wilden niet meer. Weken later werden ook ploegleider Priem, arts Michailov en Moors vrij gelaten.

Toen wist ik dat ik goud in handen had. Toch heb ik de bidon nooit opengemaakt en heb die voor altijd veilig opgeborgen in de kast. TVM-renner Serguei Outschakov is dankzij mij nooit betrapt op doping.